Wiki
a
- AansluitwaardeDe capaciteit van de elektriciteits- en gasaansluiting van een woning. De maandelijkse kosten van netbeheer hangen af van de aansluitwaarde.
- AardgasGasvormige, fossiele brandstof. Mengsel van verschillende gassen, meest methaan. Bij verbranding in een hoogrendement CV-ketel levert 1 maardgas 35 MJ aan warmte op, wat gelijk staat aan 9,8 kWh.
- AfgiftesysteemDe middelen waarmee de opgewekte warmte wordt overgedragen op de omgeving, zoals vloerverwarming, wandverwarming, radiatoren en convectoren.
- Akkoord van ParijsEen internationaal verdrag, in 2015 gepresenteerd in Parijs, om de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal 2 °C (streven 1,5 °C).
- All-electricEen woning waarin alleen elektriciteit wordt gebruikt voor verwarmen, warm tapwater en koken.
- AnemometerMeetinstrument om de luchtsnelheid te bepalen, bijvoorbeeld in ventilatiekanalen. Ook wel windmeter genoemd.
b
- BAGBasisadministratie Adressen en Gebouwen, hierin zijn kadastrale gegevens te vinden. Zie ook https://bagviewer.kadaster.nl/
- BalansventilatieMechanisch ventilatiesysteem waarbij de aan- en afvoer gelijk (in balans) zijn.
- Belasting op energieBelasting op energie bestaat uit energiebelasting, opslag duurzame energie (ODE), BTW en vermindering energiebelasting. De energieleverancier brengt de belasting op energie in rekening.
- BENGBijna Energie-Neutraal Gebouw. Eisen die gesteld worden aan de energie-prestatie van gebouwen. Voor woningen gelden de BENG-eisen vanaf 1 juli 2020. Tot die tijd gold de EPC-eis.
- beta-factorGetal dat de verhouding weergeeft tussen de capaciteit van een warmtepomp en de benodigde capaciteit om een woning te verwarmen bij -10 C. Bij een bèta-factor van 0,8 verzorgt de warmtepomp 97% van de warmtevraag gedurende een jaar. Het restant (op koude dagen) wordt met een elektrisch element of CV-ketel opgewekt.
- BitumenAardolieproduct, dat onder meer gebruikt wordt voor dakbedekking. Verwachte levensduur circa 25 jaar.
- BivalentLevering van warmte of koude door meerdere types opwekker, bijvoorbeeld door een warmtepomp in combinatie met een gasketel of pelletkachel.
- BivalentiepuntDe buitentemperatuur waarbij de capaciteit van een warmtepomp gelijk is aan de benodigde warmtecapaciteit van de woning. Bij een lagere buitentemperatuur daalt namelijk het vermogen van de warmtepomp, maar wordt het warmteverlies van de woning hoger. Onder het bivalentiepunt moet de woning (mede) worden bijverwarmd met een elektrisch element of tweede verwarmingstoestel.
- BlokverwarmingVerwarmingsinstallatie voor meerdere woningen, ook wel collectieve verwarming genoemd. Wordt vooral toegepast in gestapelde bouw (appartementengebouw).
- Bodem/water warmtepompWarmtepomp die warmte onttrekt aan de bodem, verticaal (tot ongeveer 150 meter diepte) of horizontaal (enkele meters diep), en toevoert aan het CV-water en eventueel tapwater. Een bodem/water warmtepomp werkt met een mengsel van water en antivries (‘Brine’) in een gesloten systeem.
- BodemenergieHet gebruik van warmte of koude uit de ondergrond tot een diepte van 500 meter. Er zijn twee soorten bodemenergiesystemen: open systemen (“water/water”) en gesloten systemen (“bodem/water”).
- BodemisolatieIsolatie van de bodem van de kruipruimte met schelpen, kunststof producten (parels, vlokken of chips), isolatiedekens of schuimbeton. Heeft een gunstig effect op het vochtgehalte in de kruipruimte.
- BoosterwarmtepompWarmtepomp die warmte onttrekt aan lage temperatuur water (van bijvoorbeeld stadsverwarming) om tapwater te verwarmen.
- BouwbesluitVoorschriften voor onder meer veiligheid, gezondheid en energiezuinigheid voor woningen. De huidige voorschriften zijn van kracht sinds 2012, en worden naar verwachting in 2021 vervangen door de Omgevingswet. Zie voor meer informatie www.onlinebouwbesluit.nl.
- Bouwkundige schilDe afscheiding van het verwarmde gebied van een woning met ‘buiten’, bestaande uit dak, gevel, kozijn (met daarin paneel, beglazing of deur) en vloer. Ook wel gebouwschil of thermische schil genoemd.
- BrineMengsel van water en antivries, dat gebruikt wordt in een bodem/water warmtepomp.
- BRLBeoordelingsRichtLijn. Hierin staan de eisen omschreven waaraan een installateur moet voldoen.
c
- CombiketelToestel dat warmte levert voor ruimteverwarming en warm tapwater.
- COPCoefficient of Performance geeft de efficiëntie van een warmtepomp aan. Verwarmingsvermogen gedeeld door het vermogen van de compressor. COP is afhankelijk van de temperatuur van de bron (lucht, bodem of water) en de temperatuur van CV- of tapwater. De gemiddelde COP gedurende het stookseizoen wordt aangeduid met SCOP.
- CW-klasseComfort Warmwater. Indicatie voor de capaciteit van een tapwatertoestel. Bijvoorbeeld: een CW-3 toestel kan 6 liter warm water per minuut leveren.
d
- DakbeschotDe laag planken of plaatmateriaal, die is aangebracht op de dakbalken. Op het dakbeschot zijn de tengels voor de panlatten aangebracht. Tegenwoordig is de isolatielaag geïntegreerd met het dakbeschot.
- DampschermDampdichte laag. Deze dient aan de warme zijde van isolatie te worden aangebracht om vochtproblemen te voorkomen.
- DauwpuntTemperatuur waarbij het vocht, dat in de lucht aanwezig is, condenseert. De exacte temperatuur is afhankelijk van de relatieve vochtigheid. Bijvoorbeeld: bij een relatieve vochtigheid van 60% is het dauwpunt 16 graden. Bij deze vochtigheid zal er condens ontstaan op een oppervlak van 16 graden of lager.
- dB(A)Eenheid voor de sterkte van geluid. Afgeleid van decibel, maar gecorrigeerd voor de gevoeligheid van het menselijk oor.
- DoorstroomtoestelEen installatie met hoog vermogen voor het bereiden van warm tapwater, direct bij gebruik, dus niet opgeslagen in een boiler. Bijvoorbeeld: geiser, combiketel of elektrisch doorstroomtoestel.
e
- EMGEnergieprestatienorm voor Maatregelen op Gebiedsniveau. Hiermee kan de bijdrage van collectieve maatregelen buiten de woning worden meegenomen in de energieprestatie van de woning. Voorbeelden van zulke maatregelen zijn: stadsverwarming, grootschalige zonne-energie en windmolens.
- Energie-indexHet getal dat aangeeft hoe energiezuinig een woning is. Hoe lager de Energie-index, hoe energiezuiniger de woning. Wordt berekend aan de hand van (maximaal) 150 woningkenmerken, en toegepast bij bestaande bouw. Dit in tegenstelling tot EPC, die geldt voor nieuwbouwwoningen.
- EnergieakkoordNederlandse overeenkomst uit 2013 over energiebesparing en duurzame energie, waarin o.a. plaatsing van 1.000 extra windmolens, sluiting van vijf kolencentrales en aandeel duurzame energie ten minste 14% van totaal.
- EnergielabelIndicatie voor de energiezuinigheid van een woning. Verplicht bij verkoop of verhuur. Is 10 jaar geldig.
- EnergieprestatieadviesAdvies voor eigenaren van bestaande woningen hoe energie te besparen, afgekort EPA.
- EnergieprestatiecoëfficiëntGetal dat aangeeft hoe energiezuinig een nieuwe woning is, afgekort EPC. Hoe lager de EPC, hoe energiezuiniger. De EPC-norm is vervangen door de BENG-norm.
- EnergierekeningDe kosten die de energieleverancier in rekening brengt voor gas en/of elektriciteit bestaan uit leveringskosten (bepaald door de leverancier), kosten van netbeheer (bepaald door de netbeheerder) en belastingen.
- EPAEnergieprestatieadvies. Advies voor eigenaren van bestaande woningen hoe energie te besparen
- EPCEnergie Prestatie Coëfficiënt. Getal dat aangeeft hoe energiezuinig een nieuwe woning is. Hoe lager de EPC, hoe energiezuiniger. De overheid stelt in Bouwbesluit een maximum EPC als norm. De EPC-norm is vervangen door de BENG-norm.
- EPDMSynthetische rubber, dat gebruikt kan worden als dakbedekking. Heeft een levensduur van 40 tot 50 jaar.
f
g
- G-waardeGetal dat aangeeft hoeveel zoninstraling het glas doorlaat. Gemeten bij loodrechte instraling op het glas. Bij een lage G-waarde laat het glas weinig zonnestraling door. Vervangt de oude g-waarde, die onder een hoek van 45° gemeten werd
- GebruiksoppervlakOppervlak, gemeten op vloerniveau tussen de muren die de afscheiding vormen met buren of ‘buiten’. Afgekort als GBO. Regels voor het berekenen van GBO zijn onder meer:
• de minimum hoogte 1,50 meter
• trapgat of vide groter dan 4 vierkante meter wordt niet meegeteld - GeluidsdrukSterkte van het geluid, uitgedrukt in dB(A). Berekend als geluidsvermogen – 8 – 20 x log afstand. Een installatie met een geluidsvermogen van 100 dB(A) veroorzaakt op 10 meter afstand een geluidsdruk van 72 dB(A). Bij elke verdubbeling van de afstand neemt de geluidsdruk ongeveer 5 dB af.
- GeothermieWarmte die wordt gewonnen uit de bodem op een diepte van 500 meter en meer.
- GevelBouwkundige constructie voor afscheiding van de woning, meestal uit baksteen. Er zijn 3 types: massieve muur, niet-geïsoleerde spouwmuur en geïsoleerde spouwmuur. De oriëntatie van de baksteen bepaalt de dikte van een massieve muur: halfsteens (10 cm), steens (21 cm) of anderhalf steens (32 cm). Bij een spouwmuur wordt de dikte bepaald door de spouw.
- GevelisolatieHet aanbrengen van isolatiemateriaal bij een gevel. Bekende manieren bij bestaande woningen daarvoor zijn: spouwisolatie, vervangen van de buitenmuur in combinatie met het aanbrengen van isolatie tegen de bestaande binnenmuur en voorzetwanden. Voorzetwanden kunnen binnen of buiten geplaatst worden. Zie ook: Voorzetwand.
- Grijs waterAfval- of regenwater dat geschikt is voor hergebruik in toilet, wasmachine of tuin, maar niet geschikt is voor consumptie. Voor grijs water moet een apart leidingnet in de woning worden aangelegd.
- Groen gasVerzamelterm voor opgewerkt biogas (vergisting van biomassa), synthetisch gas of stortgas (van vuilstort), dat het geschikt is als vervanger van aardgas.
h
- Hoge temperatuurverwarmingVerwarmingssysteem dat berekend is op een watertemperatuur van 80 graden (gemiddelde van aan- en afvoer). Normaliter zijn radiatoren onderdeel van dit systeem.
- HotfillHet vullen van een vaatwasser of wasmachine met warm water. Er is slechts een beperkt aanbod van machines dat daarvoor geschikt is, en een aparte hotfill voorziening bij een standaard machine is duur. De energiebesparing van hotfill is (zeer) beperkt, en de investering wordt niet of nauwelijks terugverdiend.
- HR-glasIsolerend glas met een warmtewerende laag en/of spouwvulling (argon of krypton). HRglas heeft een U-waarde van 1,2 of lager, HR0,7 of lager
- HR-ketelCV ketel met hoog rendement. Er zijn drie klassen HR-ketels: HR-100, HR-104 en HR-107.
- Hybride warmtepompCombinatie van warmtepomp met CV-ketel. De warmtepomp zorgt voor efficiënte basisverwarming. Bij lage buitentemperatuur of tijdelijk hoge warmtevraag wordt de warmtepomp ondersteund door de gasgestookte CV ketel.
- HydrofoberenHet waterafstotend maken van de buitenmuur met een waterafstotend middel, ook wel impregneren genoemd. Het wordt aangeraden een buitenmuur te hydrofoberen na het aanbrengen van spouwisolatie.
i
- ImpregnerenHet waterafstotend maken van de buitenmuur met een waterafstotend middel, ook wel hydrofoberen genoemd. Het wordt aangeraden een buitenmuur te impregneren na het aanbrengen van spouwisolatie.
- InfiltratieLuchtuitwisseling tussen binnen en buiten de woning door kieren en naden.
- InverterTechniek voor de variabele aanpassing van de capaciteit van een warmtepomp, gericht op een langere levensduur en hoger rendement.
- ISDEInvesterings Subsidie Duurzame Energie, de landelijke subsidieregeling voor particulieren voor de aanschaf van zonneboilers, warmtepompen en (sinds 1 januari 2021) isolatie. Zie www.rvo.nl voor details van de subsidieregeling.
- Isolerend glasDubbel glas. Indien het voorzien is van een warmtewerende laag en/of spouwvulling, dan wordt het aangeduid als HR-glas. Isolerend glas heeft een verwachte levensduur van circa 20 jaar.
j
k
- KlimaatakkoordHet in juni 2019 door het kabinet gepresenteerd pakket van maatregelen, dat gericht is op reductie van broeikasgas (in 2030 49% tov 1990) en klimaatneutraliteit (in 2050).
- KnieschotDe verticale afwerking onder een hellend dak.
- KoelenVerlaging van de binnentemperatuur met meer dan 1 graad, actief met bijvoorbeeld een airco of lucht-water warmtepomp, of passief met bijvoorbeeld een bodem/water warmtepomp.
- KoudebrugEen verbinding in de constructie van de woning, waarbij kou van buiten naar de binnen geleid wordt. Bijvoorbeeld: de aansluiting van een vloer op de buitengevelof of een latei boven een kozijn. Een koudebrug veroorzaakt energieverlies en mogelijk ook kouval en vochtproblemen. Koudebruggen zijn goed zichtbaar met een warmtebeeldcamera.
- KruipruimteDe loze ruimte onder de begane grond vloer, gewoonlijk 50 tot 80 cm hoog. De kruipruimte dient om afstand te creëren tussen de (vochtige) bodem en de begane grond vloer, en om leidingen weg te werken.
- Kunststof dakDakbedekking van PVC. Is in diverse kleuren beschikbaar, waaronder wit, wat gunstig is voor warmte-isolatie. Heeft een levensduur van circa 35 jaar. Is geschikt voor een groen dak (bijvoorbeeld Sedum).
- kWhAfkorting voor kilowattuur. Eenheid van energie, normaliter gebruikt voor elektriciteit. Een apparaat met een vermogen van 1.000 Watt heeft na één uur 1 kWh energie verbruikt.
l
- Lage temperatuur verwarmingVerwarmingssysteem berekend op een gemiddelde aan- en afvoertemperatuur van circa 40 graden. De warmte wordt afgegeven met behulp van vloer-, wand- en/of plafondverwarming, eventueel in combinatie met radiatoren, geschikt voor lage temperatuur.
- LTVLage temperatuur verwarming. Verwarmingssysteem berekend op een gemiddelde aan- en afvoertemperatuur van circa 40 graden. De warmte wordt afgegeven met behulp van vloer-, wand- en/of plafondverwarming, eventueel in combinatie met radiatoren, geschikt voor lage temperatuur.
- Lucht-water warmtepompWarmtepomp die warmte onttrekt aan de omgevingslucht en toevoert aan het CV-water en/of warm tapwater.
m
- Master-slaveAansturing van de warmtepomp of CV-ketel o.b.v. de temperatuur in één ruimte, de referentieruimte. Meestal is dit de woonkamer. Dit in tegenstelling tot een master-master regeling, waarbij de warmtepomp of CV-ketel aangestuurd wordt o.b.v. de temperatuur in meerdere ruimtes.
- ModulerenHet aanpassen van het vermogen van de warmtebron (warmtepomp of CV-ketel) aan de warmtevraag. Hiermee wordt te vaak aan- en uitschakelen (‘pendelen’) voorkomen.
- MoederhaardLokaal verwarmingstoestel, meestal in de woonkamer geplaatst en gestookt op aardgas of hout, waarmee ook radiatoren in andere vertrekken worden verwarmd.
- Mono-kristallijnZonnepaneel met kenmerkende zwarte kleur. In vergelijking met poly-kristallijn (blauw) iets duurder, maar met hogere opbrengst.
- MonoblocEen warmtepomp waarbij het CV-water wordt opgewarmd (en eventueel afgekoeld voor koeling) in de buitenunit. Dit in tegenstelling tot een split-unit warmtepomp, waarbij de warmte naar binnen getransporteerd wordt met een koudemiddelleiding.
- MonovalentLevering van de benodigde warmte enof /koude door één type opwekker, bijvoorbeeld een warmtepomp of een gasgestookte CV-ketel.
n
- NaregelingDe aansturing van warm CV-water in een ruimte op basis van de ruimtetemperatuur, bijvoorbeeld een radiator met thermostaatknop.
- NetbeheerderNutsbedrijf voor gas en/of stroom, dat het leidingnetwerk en de aansluiting in de woning beheert. In Utrecht en omgeving is dat Stedin.
- Nul op de meterEen woning waarin even veel (of meer) energie wordt opwekt als nodig voor verwarming, warm tapwater en het huishouden.
o
- OmvormerEen apparaat dat de door een zonnepaneel opgewekte gelijkstroom omzet in wisselstroom.
- OnderdakDampopen laag, net onder de dakbedekking, voor bescherming van het isolatiemateriaal.
- OptimizerEen apparaat dat bij verminderde opbrengst van een paneel door schaduw of vervuiling, de opbrengst van de overige zonnepanelen optimaliseert.
p
- PassiefhuisOntwerpfilosofie voor nieuwe woningen, gericht op zeer laag energieverbruik en maximaal comfort.
- Passieve koelingKoeling waarbij een warmtepomp alleen de circulatiepomp gebruikt. Passieve koeling kost daardoor minder energie dan actieve koeling waarbij de compressor wordt gebruikt.
- PelletBrandstof (biomassa), gemaakt van geperste houtsnippers.
- PelletkachelVerwarmingstoestel dat op geperst houtafval (‘pellets’) gestookt wordt.
- PendelenHet regelmatig aan- en uitschakelen van een warmtepomp, vooral veroorzaakt door een warmtepomp met teveel capaciteit en/of het ontbreken van een buffervat.
- Poly-kristallijnZonnepaneel met kenmerkende blauwe kleur. In vergelijking met mono-kristallijn (zwart) iets goedkoper, maar ook met een iets lagere opbrengst.
- PVT-paneelFotovoltaïsch-thermisch paneel. Zet zonlicht om in elektriciteit en warmte.
r
- Rc-waardeAanduiding van de warmteweerstand van bouwkundige constructies (behalve glas), ook wel thermische weerstand of isolatiewaarde genoemd. De Rc-waarde is afhankelijk van de warmtegeleidingscoëfficiënt en de dikte van het materiaal.
- RekenzoneHet aaneengesloten gedeelte van een woning dat voor de berekening van de energie-index als verwarmd wordt beschouwd. Woonkamer, slaapkamers, keuken, toilet, badkamer, gang, hal en overloop behoren tot de rekenzone.
- Rijksdienst Voor Ondernemend NederlandOnderdeel van het ministerie van Economische Zaken, dat de subsidie op o.a. warmtepompen toekent.
- RVORijksdienst Voor Ondernemend Nederland. Onderdeel van het ministerie van Economische Zaken, dat de subsidie op o.a. warmtepompen en isolatie toekent (zie ISDE).
s
- Salderinghet aftrekken op de jaarrekening van de teruggeleverde hoeveelheid stroom van de hoeveelheid afgenomen stroom om het jaarsaldo te bepalen.
- Seasonal Performance FactorDe gemiddelde efficiëntie van een warmtepomp over een jaar berekend. Hierbij wordt rekening gehouden met de temperatuurschommelingen van de bron (grond, lucht of water) gedurende het jaar, vandaar ‘seasonal’.
- SEEHSubsidieregeling Energiereductie Eigen Huis, de oude subsidieregeling voor isolatiemaatregelen. De regeling is op 1 januari 2021 opgenomen in de ISDE subsidieregeling
- Slimme meterEen door de netbeheerder op afstand uitleesbare meetinrichting voor elektriciteit en gas.
- SPFSeasonal Performance Factor. De gemiddelde efficiëntie van een warmtepomp over een jaar berekend. Hierbij wordt rekening gehouden met de temperatuurschommelingen van de bron (grond, lucht of water) gedurende het jaar, vandaar ‘seasonal’.
- SplitsysteemEen warmtepomp bestaande uit een binnen- en een buitenunit. De warmte wordt in de buitenunit onttrokken aan de bron (lucht, bodem of water) en met koudemiddel naar de binnenunit getransporteerd, voor de opwarming van het CV- of tapwater.
- SpouwDe ruimte tussen de binnen- en de buitenmuur. Deze ruimte kan gevuld zijn met isolatiemateriaal. Een spouw wordt sinds circa 1930 toegepast ter voorkoming van vochtdoorslag naar binnen en (bij een dampremmende buitengevel) voor ventilatie van de gevel. Sinds circa 1970 is het aanbrengen van isolatiemateriaal in de spouw verplicht.
- SpouwisolatieManier van gevelisolatie waarbij de spouw gevuld wordt met bijvoorbeeld parels, minerale wol of purschuim.
- StadsverwarmingVerwarming van de woningen in wijken van een of meerdere steden, waarbij de warmte voor verwarming van het huis en het tapwater wordt geleverd via een netwerk van leidingen met heet water.
- StooklijnDe relatie tussen buitentemperatuur en temperatuur van het CV-water. Als de buitentemperatuur daalt, wordt de temperatuur van het CV-water verhoogd.
- SuskastVentilatierooster met geluiddemping, toegepast bij natuurlijke ventilatie om het geluid van buiten te verminderen.
t
- TapwaterKoud of warm leidingwater.
- Thermische schilDe omhulling van het verwarmde gebied van een woning. Bestaat uit dak, gevel, vloer en kozijnen (met daarin paneel, glas of deur). Ook wel gebouw- of bouwkundige schil genoemd.
- TopkoelingVerlaging van de binnentemperatuur met 1 tot 3 C ten opzichte van buiten.
- Trias energeticaStrategie voor zo duurzaam mogelijke energievoorziening, bestaande uit drie achtereenvolgende stappen: beperk de energievraag, gebruik duurzame energiebronnen en gebruik de eindige energiebronnen efficiënt.
u
- U-waardeGetal dat de mate aangeeft waarin glas de warmte doorlaat van binnen naar buiten. Een lagere U-waarde geeft een hogere isolatie aan.
- UtiliteitsgebouwGebouwen met een bepaald nut, zoals kantoor, ziekenhuis of overheidsgebouw. Alle panden die geen woning zijn, worden beschouwd als utiliteitsgebouw.
v
- VCAcertificaat voor aannemers en hun personeel ten aanzien van veiligheid, gezondheid en milieu
- VentilatieHet afvoeren van vervuilde en vochtige lucht naar buiten. Ventileren is bedoelde luchtverversing, in tegenstelling tot infiltratie. De meest voorkomende ventilatiesystemen zijn: • natuurlijke ventilatie door roosters en klepramen (ook wel aangeduid als systeem A)
• mechanische afvoerventilatie met natuurlijke aanvoer (systeem C)
• balansventilatie met mechanische aan- en afvoer, meestal met warmteterugwinning (systeem D)
Een toiletventilator of afzuigkap wordt niet gerekend tot het ventilatiesysteem. Zie ook: Infiltratie, Vraaggestuurde ventilatie, Warmteterugwinning. - VentilatiewarmtepompWarmtepomp die warmte uit afgevoerde lucht terugwint.
- VloerisolatieIsolatie van de vloer van de begane grond. Heeft een gunstig effect op het comfort en is goed voor energiebesparing. Bekende producten voor vloerisolatie zijn: minerale wol, purschuim en thermokussens.
- VoorraadtoestelOpslagvat voor warm tapwater, ook wel boiler genoemd. Het water wordt direct (met de warmtebron in het toestel) of indirect verwarmd (met bijvoorbeeld een CV-ketel).
- VoorzetwandManier van na-isoleren van een buitengevel, aan binnen- of buitenzijde. Bij isolatie van de binnenzijde wordt meestal minerale wol in combinatie met houten regelwerk of metal stud aangebracht. Bij isolatie van de buitenzijde wordt meestal een isolatiepaneel aangebracht, dat afgewerkt wordt met stucwerk of steenstrips.
- Vraaggestuurde ventilatieMethode waarbij de ventilatie wordt gestuurd op basis van luchtkwaliteit (CO2- of vochtgehalte), tijd of aanwezigheid.
w
- WaalformaatBaksteen met de afmeting 21 x 10 x 5 cm.
- WarmtebeeldcameraEen camera die temperatuur omzet in kleur zodat de temperatuur zichtbaar wordt. Met een warmtebeeldcamera kunnen warmteverliezen in een woning worden opgespoord.
- WarmtepompApparaat dat warmte transporteert. Bestaat uit verdamper, koudemiddel, condensor en expansieventiel. Voorbeelden: koelkast, airco, warmtepomp voor ruimteverwarming.
- WarmtepompboilerWarmtepomp die warmte wint uit afgevoerde lucht uit de woning of uit omgevingslucht en toevoert aan tapwater in een boilervat.
- WarmteterugwinningMethode waarbij de warmte uit afgevoerde lucht of water wordt gebruikt om aangevoerde lucht of water voor te verwarmen. Dit gebeurt met een warmtewisselaar.
- WarmtetransitieTijdpad voor de stapsgewijze aanpak richting aardgasvrij wonen en koken. De warmtetransitie, ook wel ‘transitievisie warmte’ genoemd, wordt door de gemeente per wijk uiterlijk eind 2021 opgesteld. Isolatie en andere CO2-besparende maatregelen zijn onderdeel van de aanpak.
- WarmteverliesberekeningBerekening van de warmtestroom (‘het verlies’) van een woning van binnen naar buiten. Het warmteverlies is afhankelijk van het temperatuurverschil tussen binnen en buiten, het oppervlak en de warmteweerstand van de constructie.
- WarmteweerstandDe eigenschap van materialen om warmte te geleiden. Ook wel thermische weerstand of isolatiewaarde genoemd. De warmteweerstand is afhankelijk van de warmtegeleidingscoëfficiënt (aangeduid met symbool λ) en de dikte van het materiaal. Hoe lager de λ, hoe beter het materiaal isoleert. Voor bouwkundige constructies wordt de warmteweerstand aangeduid met Rc-waarde. Voor glas is dit de U-waarde.
- Water-water warmtepompWarmtepomp die warmte onttrekt aan grond-, oppervlakte- of afvalwater en toevoert aan CV-water en/of tapwater.
- WattpiekEenheid voor de capaciteit van een zonnepaneel (afgekort Wp). De capaciteit wordt gemeten onder standaard condities. De werkelijk opbrengst hangt af van windrichting, hellingshoek en schaduw. Een paneel kan in Nederland onder ideale omstandigheden 0,8 tot 1,0 kWh per Wp per jaar produceren.
- Weersafhankelijk regelenHet opwarmen van CV-water, bij warmtevraag, tot een maximum temperatuur die afhankelijk is van de buitentemperatuur. Deze maximum temperatuur wordt handmatig ingesteld of automatisch bepaald aan de hand van een zogenaamde stooklijn.
- WisselstroomElektrische stroom met wisselende stroomrichting, ook wel AC genoemd. Het alternatief is gelijkstroom. Het elektriciteitsnet levert wisselstroom. Wisselstroommotoren zijn minder zuinig dan gelijkstroommotoren. Moderne ventilatieunits en vloerverwarmingspompen hebben daarom een gelijkstroommotor.
- WTWWarmteterugwinning. Methode waarbij de warmte uit afgevoerde lucht of water wordt gebruikt om aangevoerde lucht of water voor te verwarmen. Dit gebeurt met een warmtewisselaar.
z
- ZoneregelingEén of meerdere ruimtes in huis met een gezamenlijke temperatuurregelaar vormen samen een zone. Per zone wordt een verwarmingsprogramma ingesteld. De warmteopwekker wordt aangestuurd vanuit de zones. Wordt vaak gecombineerd met een smart home systeem.
- Zonne-energieGebruik van zonlicht voor verwarming (met een zonnecollector) of opwekking van elektriciteit (met zonnepanelen).
- ZonneboilerVoorraadtoestel voor warm tapwater, dat gekoppeld is aan een zonnecollector en een CV ketel voor naverwarming.
- ZonnecollectorPaneel, vergelijkbaar met een zonnepaneel, voor verwarming van CV- en/of tapwater. Er zijn twee types: vlakke plaat collector en collector met vacuümbuizen. Het zonnecollectorpaneel wordt los op het dak gemonteerd, of geïntegreerd in het dak.
- ZonnepaneelPaneel dat zonlicht omzet in elektriciteit (ook wel PV-paneel genoemd) of in warmte en elektriciteit (ook wel PVT-paneel genoemd). De jaarlijkse opbrengst van een zonnepaneel hangt af van het specifiek vermogen (uitgedrukt in Wattpiek), de oriëntatie en de hellingshoek van het paneel.
- ZTA-waardeOude aanduiding voor hoeveel zoninstraling het glas doorlaat. Is vervangen door de g-waarde.